HOTPEC algemeen

Een korte geschiedenis van HOTPEC, het verhaal van Beatrice Mugri, moeder van het weeshuis. September 2019.

Het idee om een weeshuis te beginnen is van mijn echtgenoot, dominee Tanne Zadock Mugri. Hij werd in 1983 geboren in Njah Etu in het Momo District in het noordwesten van Kameroen. Hij kwam ter wereld in een polygame gemeenschap, waar het gewoonte is dat de vrouwen voor hun eigen kinderen zorgen. Het was nodig dat hij zelf het geld verdiende om naar school te gaan. Daarom sprokkelde hij hout om het vervolgens te verkopen. Toen hij op de middelbare school zat, realiseerde hij zich, dat wanneer híj het al zo moeilijk had, terwijl hij ouders had om voor hem te zorgen, het voor kinderen zonder ouders wel bijna onmogelijk moest zijn. Hij kreeg hart voor hen en hielp hen zoveel mogelijk met voedsel tijdens de lunch op school.

Zijn passie groeide totdat we elkaar ontmoeten in een centrum waar leraren opgeleid werden. We groeiden naar elkaar toe en hij vertelde me over zijn droom om te trouwen en samen als ouders voor weeskinderen te gaan zorgen. We trouwden in 1989 in Mbengwi in het noordwesten en verhuisden in 1995 naar het Zuidwesten toen we een stuk land kregen. We begonnen het weeshuis met vijf kinderen en vandaag de dag herbergen we 97 kinderen inclusief de gezinnen die gevlucht zijn vanwege de huidige crisis. We hebben kinderen vanaf 1 dag oud. De jongsten nu zijn tweelingen die op 24 juni 2019 bij ons gebracht werden. Zij zijn slachtoffers van kinderhandel uit Nigeria. Zelf hebben we één eigen zoon, Zadok jr.

In 2013 ontving dominee Mugri een doctoraat in humanitaire dienstverlening van de Universiteit van Conner Stone in Amerika. In 2016 ontving mevr. Batrice Mugri een doctoraat in humanitaire dienstverlening van de universiteit Op 16 juni 2019 won een van de kinderen een award bij de Miss verkiezingen voor kinderen. Dit was tijdens de 29 ste editie van de viering van de dag van het Afrikaanse kind.

Verder krijgt het weeshuis naast wezen ook vondelingen, straatkinderen, gehandicapte kinderen, kinderen van gescheiden ouders en kinderen die slachtoffer zijn van mishandeling/misbruik. Die worden dan uit huis geplaatst en bij het weeshuis afgegeven. De laatste jaren ook steeds meer baby’s die slachtoffer zijn van kinderhandel.
Wij hechten veel waarde aan scholing van de kinderen. Goed geschoold betekent dat ze later financieel zelfstandig kunnen zijn. Er is een kleuterschool en een basisschool.

Hotpec ontvangt regelmatig stagiares van de universiteit van Buea. Ook vrijwilligers uit landen als Zweden, Duitsland, Noorwegen en Nederland, die allen hun steentje hebben bijgedragen of nog doen, om Hotpec te brengen waar het nu is. In een groeiend weeshuis kunnen er niet alleen maar successen zijn.



Recentelijk kampt Hotpec met twee uitdagingen:
Ten eerste: de voeding.
In het verleden bezochten veel individuen, gezinnen, kerkelijke groepen en organisaties het weeshuis om hen te steunen met voedsel. Vanwege de crisis echter zijn velen naar het oosten gevlucht. Omdat het weeshuis in een gevaarlijk, risicovol gebied ligt, durven velen het weeshuis ook niet te bezoeken. Sociale Zaken brengt regelmatig kinderen naar het weeshuis, zeggen dat er budget is, maar we ontvangen dat niet. Maar we kunnen deze kinderen niet weigeren, omdat we nu eenmaal besloten hebben als ouders voor ze te zorgen.

Ten tweede: de educatie.
Al bijna drie jaar hebben de kinderen door de crisis nauwelijks onderwijs gehad. Na de laatste weken van staken zijn de scholen weer begonnen. We moeten 25 kinderen naar de middelbare school en de technische scholen sturen en 6 naar de universiteit in Molyko Buea (3,5 km) Het vervoer kost elke dag voor elk kind 700 CFA. Dat is per week 108.500 CFA, per maand 434.000 CFA (zo’n 700 euro). Dat is het gewone vervoer per taxi. HOTPEC heeft deze bedragen niet. De twee oude schoolbussen die we hadden, zijn slecht en kunnen niet meer gerepareerd worden.

Toen we de bus nog hadden, kostte het vervoer 40.000 CFA per week aan benzine (64 euro) en de chauffeur kreeg 40.000 CFA per maand. Als we een goede schoolbus zouden hebben, zou dat alles een stuk gemakkelijker maken en de kinderen zouden met meer plezier naar school kunnen gaan.

Soms staan ze bij de weg te wachten op een taxi, komen dan te laat of weer terug en missen school die dag. En aan de kant van de weg staan is nu met de crisis speciaal gevaarlijk voor de jongens. (die kunnen ontvoerd worden) Dit zijn de twee grootste uitdagingen op dit moment. MTN Foundation gaf ons veel schoolmateriaal: tassen, schriften, pennen, schriften, laarzen, paraplu’s. Ook krijt en linealen voor alle leerlingen, zowel op de basisschool als de middelbare school.

Interview met mama Beatrice: https://www.youtube.com/watch?v=65wsp4pbXkI